Blog: Nieuwe Europese Richtlijn staat voor eerlijk en rechtmatig gebruik van muziek

Veel onzin en vooral veel bangmakerij is de afgelopen maanden en weken geschreven over de nieuwe auteursrechtregels waarover het Europees Parlement deze maand zal stemmen. Over ‘artikel 13’ vooral: het artikel dat rechthebbenden een eerlijke vergoeding moet garanderen voor het gebruik van hun werk op websites als YouTube en Facebook.

De tech-reuzen  hebben zich  het laatste decennium enorm verrijkt ten koste van makers en producenten, de rechtmatige eigenaars van de door (of via) genoemde platforms openbaar gemaakte content.  Niet alleen door de mediaomzet maar bovenal op de dataservices van de miljarden mensen die de platforms gebruiken is goud geld verdiend. Misschien is daarom begrijpelijk dat zij keihard vechten om hun winstpositie ten koste van de creatieven te behouden en er alles aan doen om de stemming over ‘artikel 13’ negatief te beïnvloeden. Moreel is het minder te begrijpen, als men bedenkt dat de tech-reuzen hun bestaansrecht vrijwel volledig danken aan de mensen die alle content aanleveren.  Dat burgerrechtenorganisatie Bits of Freedom daaraan, onder meer middels een opiniestuk in Het Parool van woensdag 20 maart, meedoet door te strooien met nepnieuws en alternatieve feiten is daarbij nog meer te betreuren.

Noch het belang van de maker (die recht heeft op bescherming van zijn eigendom – ook een burgerrecht immers), noch de consument, is bij de huidige situatie gediend. De tech-reuzen verstoren, door niet zoals de bekende streamingdiensten normaal voor content te betalen, de markt. En brengen daarmee het legale aanbod ernstig schade toe.

Laat helder zijn: de netneutraliteit komt ook volgens de hoogste commissaris van de Europese Commissie helemaal niet in het geding bij het aannemen van deze nieuwe Europese Auteursrecht Richtlijn.

Een ander belangrijk gegeven: het verbodsrecht is altijd het anker geweest van het auteursrecht. Niet met het doel gebruik van werken te verbieden -integendeel zelfs- , maar met het doel rechthebbenden een stevig middel in handen te geven een redelijke vergoeding voor gebruik te bedingen. Met het verbodsrecht als ultieme sanctie. Dat heeft offline altijd gewerkt. In de kroeg kan men de muziek draaien van zowel grote als van kleine artiesten; hetzelfde geldt de radio of de televisie. Zo zal het ook op internet zijn: rechthebbenden willen licenceren; zij willen gehoord, beluisterd en bekeken worden; het zijn Facebook en Google die niet (of nauwelijks) betalen willen. En dat moet veranderen.

Een bijzonder argument dat wordt ingebracht, nu de tech-reuzen het pleit dreigen te verliezen,  is dat kleine makers niet zouden profiteren van de nieuwe regels. Een pijnlijk hypocriet argument vooral, vanuit de machtigste en rijkste bedrijven op de wereld. De muziekindustrie is een ecosysteem waar de top net zoals bij sport het meeste verdient. Dat is waar, met of zonder de nieuwe richtlijn. Nu de volumes van de betaalde streamingdiensten jaar in jaar uit toenemen – ondanks de valse concurrentie van Youtube en Facebook – neemt het investeringsniveau van de labels in nieuwe producten echter toe; een te koesteren ontwikkeling in het belang van zowel de nieuwe generatie artiesten als de consument. Artiesten van alle niveau’s richten  daarnaast steeds vaker zelf een label op en weten de weg te  vinden naar talloze servicebedrijven die zorgen voor plaatsing op de legale platforms (los van het feit dat bijvoorbeeld Spotify een direct service heeft voor artiesten is het via tussenpersonen altijd mogelijk je muziek beschikbaar te krijgen).

De stelling van Bits of Freedom dat kleine makers onder de nieuwe regels geen aansluiting kunnen krijgen is daarmee klinkklare onzin. De posities van grote en kleine makers, en van grote en kleine labels op het speelveld verschillen. Dat klopt.

De nieuwe richtlijn doet aan die relatieve posities echter niet toe of af. Alle makers gaan er met de nieuwe Richtlijn op vooruit.

Laat helder zijn: als  enkel YouTube marktconform zou licenseren – en de enorme winsten normaal zou delen over ‘de keten’ op grond van redelijkheid en billijkheid – zou dit tientallen, wellicht zelfs honderden miljoenen extra opleveren voor de creatieve sector in Nederland.

Dat is goed voor de BV Nederland, goed voor de Nederlandse platenindustrie in zijn geheel en goed voor ook de grote, de middelgrote en de kleinere artiesten. Het is dan ook te hopen dat het Europese Parlement zich geen zand in de ogen laat strooien en deze belangrijke stap naar een eerlijker internet zal steunen.

Anne de Jong
Algemeen directeur NVPI Audio

Erwin Angad-Gaur
Senior adviseur Ntb/Kunstenbond, vakbond voor musici