Het Europese wetgevingsproces
Het proces is als volgt. De Europese Commissie doet een voorstel voor een richtlijn of een verordening als het gaat om concrete wetgeving. De Raad van Ministers gaat dan zijn mening vormen via onder meer de Council Working Party (Raadswerkgroep) waar ter zake deskundige ambtenaren – dus ook Nederlandse -onderhandelen over de voorstellen tot daar een gezamenlijk standpunt uitkomt. Tegelijkertijd buigt het Europees Parlement zich over het voorstel van de Commissie in verschillende parlementaire commissie, waarvan één leidend is. De rapporteur van die commissie krijgt veelal mandaat om te onderhandelen. Zo niet besluit het gehele EP er over en komt tot een standpunt. In een zogenaamde triloog of trialoog onderhandelen vervolgens de Raad, Het Parlement en de Commissie om tot een gezamenlijk oordeel komen dat dan in het EP wordt vastgesteld. Een richtlijn moet dan vervolgens in de lidstaten geïmplementeerd en biedt veelal nog ruimte voor nationale invulling; een verordening geldt voor de EU landen als wet vanaf het moment van inwerkingtreding.