Mogelijke afschaffing verlaagde btw-tarief cultuur ondoordacht en schadelijk

Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota aangekondigd om in aanloop naar Prinsjesdag te kijken naar doelmatigheid van de toepassing van het verlaagde btw-tarief, onder andere op cultuur. Het kabinet baseert zich daarbij op de evaluatie van het verlaagde btw-tarief, op basis van het onderzoeksrapport van Dialogic & Siginificant Public, maar shopt daarbij selectief in het rapport. Het onderzoek zegt dat de doelmatigheid voor cultuur lastig is vast te stellen maar dat de maatregel in de meeste gevallen wel doeltreffend is. De maatregel nu afschaffen heeft daarom grote gevolgen voor de toegankelijkheid en de diversiteit van het culturele aanbod, in het bijzonder voor de filmsector.

Het afschaffen van het verlaagde btw-tarief zou opnieuw een klap zijn voor de culturele sector, die, herstellende van corona, ook nog worstelt met hoge energieprijzen en inflatie. ’We willen cultuur toegankelijk maken voor iedereen,’ zo staat in het Regeerakkoord van december 2021. Het afschaffen van het verlaagde btw-tarief heeft het tegenovergestelde effect: het zal de toegangsprijs verhogen en daarmee de drempel. En dus zullen er onvermijdelijk reparaties moeten plaatsvinden, net als in 2012 toen de verhoging van het btw-tarief voor podiumkunsten na een jaar weer werd teruggedraaid.

Filmsector
Het verlaagde btw-tarief is doeltreffend voor de bioscoopbranche. Dat bevestigt ook het rapport van Dialogic & Significant Public. Het doel is ondersteunen van de sector, zonder dat de prijs van het bioscoopkaartje omhoog gaat. In het btw-convenant tussen Rijk en branche is afgesproken dat bioscopen en distributeurs meer geld stoppen in filmproductie in ruil voor een laag btw-tarief. Daardoor kan er doorlopend geïnvesteerd worden in de Nederlandse publieksfilm.

Een verhoging van het btw-tarief kan de sector niet uit eigen middelen dragen. Dat betekent dat het bioscoopkaartje (fors) duurder wordt. En dat betekent dat de consument als eerste de dupe is. Als die minder vaak naar de bioscoop gaat, zal dat bovendien leiden tot minder inkomsten en daardoor tot minder investeringen in de Nederlandse film. Daarnaast zal de consument kritischer worden wat vooral ten koste zal gaan van de (kleinere) Nederlandse film met een lager marketingbudget. Zo wordt de Nederlandse filmsector dubbel geraakt. Tot slot hebben de bioscopen en filmdistributeurs net nieuwe afspraken gemaakt op basis van het btw-convenant voor een hogere bijdrage. Het eenzijdig opzeggen van het huidige btw-tarief heeft dus gevolgen voor de hele keten en past niet bij de ‘betrouwbare overheid.’