Gevolgen van het RAAP-PPI Arrest
Op 8 september 2020 heeft het Europese Hof van Justitie (EHvJ) uitspraak gedaan in de zaak Recorded Artists Actors Performers (RAAP) tegen Phonographic Performance Ireland (PPI). RAAP en PPI zijn beide in Ierland gevestigde naburige rechtenorganisaties maar vertegenwoordigen ieder een andere groep rechthebbenden: RAAP vertegenwoordigt uitvoerende kunstenaars en PPI vertegenwoordigt producenten. In Nederland zijn beide groepen verenigd in en vertegenwoordigd door Sena.
RAAP en PPI waren het oneens over vergoedingen aan uitvoerende kunstenaars die niet in Europa wonen. In haar uitspraak heeft het EHvJ geoordeeld dat rechthebbenden buiten Europa niet uitgesloten mogen worden van het recht op een vergoeding. Die uitspraak geldt dus ook voor Nederland, maar de huidige Nederlandse wetgeving is daar in strijd mee.
Op grond van de Nederlandse wetgeving incasseert Sena in principe enkel gelden voor rechthebbenden uit landen die het Verdrag van Rome hebben getekend. Voor repertoire uit landen die dat niet getekend hebben, waaronder de VS, doet Sena dat niet. Het Ministerie van Jusititie en Veiligheid heeft als gevolg van de uitspraak door het EHvJ een wetswijziging voorgesteld waardoor dit onderscheid met ingang van 1 januari 2021 is komen te vervallen.
Wat zal dat concreet betekenen voor Nederlandse artiesten en producenten?
Sena zal ook aan rechthebbenden uit o.a. de VS moeten gaan uitkeren. Om die kosten te dekken zal Sena daarom proberen bij de betalingsplichtigen (zoals b.v. de horeca) tot een tariefverhoging te komen. Een tariefverhoging realiseren is op korte termijn echter onwaarschijnlijk en wanneer dit niet (voldoende) lukt zal dat een algehele daling van de minutenwaarde tot gevolg hebben. Dat betekent dus dat Nederlandse rechthebbenden, zowel artiesten als producenten, minder inkomsten uit naburige rechten zullen gaan ontvangen. Een deel van de inkomsten die voorheen voor hen waren zal nu immers naar het buitenland gaan. Voor wat betreft het verleden heeft Sena voldaan aan de Nederlandse wet, waardoor er van inkomstendaling door terugwerkende kracht geen sprake zou moeten zijn.
Muziekgebruikers die nu voor openbaarmaking aan Sena betalen zullen op dit moment, mede door COVID-19, niet of weinig bereid zijn hogere tarieven aan Sena te gaan betalen. Dat betekent dat de huidige repartitie met ingang van dit jaar gedeeld moet gaan worden met rechthebbenden buiten de EU. Dit kan mogelijk tot 40% aan inkomstenderving leiden voor Nederlandse rechthebbenden.
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid heeft het initiatief genomen om binnen de Europese Unie te gaan pleiten voor reparatie van de eerdergenoemde wederkerigheid en RAAP-PPI arrest. NVPI Audio en STOMP hebben Sena Producenten hier positief in geadviseerd, met als gevolg dat Sena het initiatief van het ministerie richting Europese collega-organisaties gaat ondersteunen.
De stand van zaken is nu dat 16 landen zich achter het initiatief van Nederland scharen en dat een aantal landen onderzoek willen laten doen naar de impact van het arrest. De Europese Commissie kan als gevolg daarvan het initiatief nemen om de Europese leenrichtlijn op het punt van wederkerigheid aan te passen zodat dit principe weer in werking treedt, waardoor inkomstenderving voor Nederlandse rechthebbenden ongedaan gemaakt kan worden. Dit proces kan echter enige jaren duren waardoor Sena er in de nabije toekomst niet aan zal ontkomen om o.a. Amerikaanse rechthebbenden het deel waar zij recht op hebben uit te betalen.